Vrijwel alle bermen, kaden, dijken, overhoeken en grasvelden in parken kunnen worden omgetoverd in bloemrijk grasland met soorten als margriet, klavers en knoopkruid. Op enkele plaatsen in de regio Alblasserwaard-Vijfherenlanden komen nog mooie voorbeelden voor van bloemrijk grasland.
Mogelijkheden voor aanleg
Inzaaientermijn resultaat (jr)
|
Doorzaaientermijn resultaat (jr)
|
Beheer aanpassen / bijstellentermijn resultaat (jr)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inzaaien van een bloemenmengsel, zoals het speciaal voor de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden samengestelde Blauwzaam mengsel, gebeurt op kale grond na het frezen van de grond of bij aanleg of renovatie van wegen of fietspaden. Zaaien tussen half augustus en half oktober op vochtige grond, met buiig weer. Aantallen: 3,5 tot 5 gram Blauwzaam mengsel per m2. De aanwezige vegetatie wordt doorgezaaid met Blauwzaam mengsel zonder toevoeging van graszaden. Zaaien tussen half augustus en half oktober op vochtige grond met buiig weer, na zeer kort maaien van de vegetatie. Aantallen: 1 tot 2 gram Blauwzaam mengsel (zonder graszaad) per m2. Door te maaien en het maaisel af te voeren (in plaats van te klepelen) en door de eerste jaren op de juiste momenten te maaien om het gras terug te dringen, kan op den duur een kruidenrijke vegetatie ontstaan. Meer informatie over het juiste beheer onder ‘beheer’. |
Soorten
Het Blauwzaam mengsel bestaat uit streekeigen soorten met de nadruk op soorten die van belang zijn voor bijen en vlinders: boerenwormkruid, gele morgenster, gewone paardenbloem, gewone berenklauw, gewone margriet, gewone rolklaver, gewoon duizendblad, glad walstro, groot streepzaad, grote ratelaar, klein hoefbald, knoopkruid, muskuskaasjeskruid, oosterse morgenster, pastinaak, rode klaver, scherpe boterbloem, smalle weegbree, vogelwikke, wilde peen en witte klaver.
Soorten gras (alleen bij ‘inzaaien’): zachte dravik, gewoon reukgras, gewoon struisgras, glanshaver, goudhaver rood zwenkgras.
Voor het eerste jaar kan aan het mengsel een aantal soorten éénjarigen worden toegevoegd; korenbloem en grote klaproos. Deze soorten bloeien het eerste jaar uitbundig maar hebben kale grond nodig om zichzelf uit te kunnen zaaien. Ze zullen verdwijnen als de vegetatie zich sluit.
Beheer
Overgangsbeheer
Na het zaaien op kale grond komen allerlei pionierssoorten op die sneller groeien dan de soorten die zijn ingezaaid. Het is zaak deze soorten te maaien en het maaisel af te voeren voordat de planten uitzaaien. Wanneer het om een klein oppervlak gaat kan ook worden gewied. Zodra de vegetatie is aangeslagen, komen deze ‘ongewenste’ soorten steeds minder terug.
Regulier beheer
Voor de instandhouding van bloemrijk grasland op voedselrijke grond is het essentieel om 2 x per jaar te maaien en het maaisel na het maaien binnen 5 dagen af te voeren. Ten behoeve van vlinders en bijen dient het maaien gefaseerd te worden uitgevoerd. Wanneer steeds slechts een deel wordt gemaaid, is er altijd een deel waar bijen en vlinders op kunnen foerageren en waar rupsen en eitjes van diverse vlindersoorten kunnen overleven.
De eerste maaibeurt vindt gefaseerd plaats in de periode mei – juli. Dit is afhankelijk van het seizoen en de groei van dominante grassen. Het is verstandig om (vooral de eerste jaren) de delen waar grassoorten domineren in de tweede helft van mei te maaien. Grassen groeien en bloeien eerder dan de meeste bloemen en op deze manier wordt hergroei van grassen vertraagd. De bloemen zullen na het maaien alsnog gaan bloeien. De tweede maaibeurt vindt plaats in september.
jan | feb | maa | apr | mei | jun | jul | aug | sep | okt | nov | dec | |
Regulier beheer | ||||||||||||
maaien en afvoeren | | | | |||||||||
Overgangsbeheer | ||||||||||||
maaien en afvoeren bij veel dominante grassen | | | | |||||||||
pioniers wieden of maaien | | | | |