Handboek

Dominante soorten bloemrijk grasland

Als de grond kaal is, verdampt het vocht en kan er erosie ontstaan, zoals het afbrokkelen van oevers. Daarom zijn bepaalde planten gespecialiseerd in het zo snel mogelijk begroeien van kale grond. Deze soorten worden pioniers genoemd. Zaden van deze soorten zijn overal aanwezig en wachten het moment af waarop ze de ruimte krijgen, zoals wanneer er een stuk grond wordt omgeploegd en er dus kale grond ontstaat. Wanneer de vegetatie weer dichtgroeit met andere soorten, verdwijnen ze. Een voorbeeld van een pionier is de grote klaproos, die zeer geliefd is. Veel pioniers kunnen echter ook erg dominant zijn en / of heel groot of hoog worden.

Voorbeelden van pioniers zijn: perzikkruid, melde, korrelganzenvoet, herderstasje, varkensgras.

Probeer ze handmatig te verwijderen (wieden) of met een schoffel uit te steken voor ze zijn uitgebloeid en zaad hebben gemaakt. Voer de planten af, bijvoorbeeld naar een composthoop.

Daarnaast zijn er soorten die op rijke grond kunnen gaan overheersen, zoals brandnetel, akkerdistel, ridderzuring, liesgras en rietgras. Verwijder deze soorten vanaf het vroege voorjaar regelmatig en consequent. Op deze manier put je ze uit. Overigens hoef je deze soorten alleen te verwijderen als ze massaal voorkomen. Ze kunnen namelijk wel nuttig zijn: zo fungeert een brandnetel als waardplant voor de rupsen van vlinders en is de akkerdistel een goede nectarplant. Zorg dat kiemplantjes van deze soorten geen kans krijgen (kiemplantjes zijn nog makkelijk te verwijderen).