Wanneer steeds slechts een deel van de vegetatie wordt gemaaid, is er altijd een deel waar bijen en vlinders op kunnen foerageren en waar rupsen en eitjes van diverse vlindersoorten kunnen overleven. Zorg bij een maaibeurt dat een kwart van de vegetatie blijft staan. Hoe dit gebeurt, is afhankelijk van de situatie.
Hier enkele voorbeelden:
- Maai stukken waar het gras snel groeit in mei / juni en laat stukken met minder (hoog) gras staan tot juli.
- In het geval van wegbermen kan worden overwogen de éne kant van de weg in juni te maaien en de andere kant van de weg in juli.
- Bij brede stroken kan een strook van ca. 75% van de breedte in juni worden gemaaid en de resterende 25% in juli of september.
- Er kan ook in blokken worden gemaaid. Stukken waar veel bloemn staan, blijven ongemaaid in een maaibeurt door de maaibalk een gedeelte op te trekken. Delen met minder bloemen en meer gras kunnen worden gemaaid. De resterende delen (ca. 25 %) worden ca. een maand later gemaaid of in september.
Sinusbeheer:
Een beheermethode die speciaal is ontwikkeld voor vlinders is het zogenaamde Sinusbeheer.
Maai als eerste een slingerend pad (sinuspad) en pas na enige tijd alles binnen het sinuspad. Het sinuspad is voor veel vlindersoorten aantrekkelijk. Ze warmen hier op, hebben er territoria en leggen er hun eitjes. Laat vervolgens het sinuspad staan wanneer het stuk binnen het sinuspad wordt gemaaid.
De tijd tussen het maaien van het sinuspad en alles erbinnen bepaal je zelf. Je kunt het eerste sinuspad al vroeg in het voorjaar maaien. Bij een koud voorjaar doe je dat wat later. Pas wanneer de vegetatie binnen het sinuspad aan een maaibeurt toe is, maai je dat. Er is geen exact recept voor te geven. Het hangt helemaal af van de specifieke factoren op het terrein: hoe de vegetatie eruit ziet en hoeveel tijd en zin je hebt om te maaien. Je hoeft je geen zorgen te maken dat je mooie plekjes wegmaait bij een maaibeurt, want met het sinuspad kun je alle plekjes die je wilt laten staan (bijvoorbeeld omdat er veel kruiden staan) ontwijken. Bij een volgend sinuspad kun je die plekjes dan (deels) weer meenemen.
Het aantal maaimomenten hangt helemaal af van het terrein. Als daar 3 maaibeurten nodig zijn (dus 6 stappen, want ook 3x sinuspad maaien), dan maai je 3x per jaar. Staat er helemaal niet zoveel gras, dan kan je ook met veel minder maaibeurten in een jaar toe.