De veldesdoorn (of Spaanse aak)

Algemeen
De veldesdoorn is een ondergewaardeerde en weinig bekende boom, die echter wel in ons rivierenlandschap thuishoort en bovendien hele waardevolle eigenschappen heeft voor mens en dier. Zo loopt hij in het voorjaar mooi uit met frisgroen blad. Later wordt het blad donkergroen en is hij minder opvallend. De bloei is weliswaar niet spectaculair te noemen, maar is wel heel belangrijk voor tal van insecten.
Zo is het een belangrijke nectarplant voor o.a. bijen. Voor sommige (nacht)vlindersoorten is het een belangrijke waardplant. Ook de vogels en met name de vinken weten de zaden van de veldesdoorn in de herfst goed te vinden.

Voor de mens heeft hij in het najaar nog een extra toegift. In de herfst verkleurt hij schitterend naar goudgeel en soms rood. Als de boom kaal is zijn in de wintermaanden de kurklijsten op de takken goed waarneembaar.

Veldesdoorn in de herfst
Veldesdoorn in de herfst

Naam
De veldesdoorn of spaanse aak (acer campestre) is een echte inheemse boom die verspreid over heel Nederland voorkomt, maar met name veel in het rivierengebied, Zeeland en Zuid- Limburg. De Latijnse naam “campestre” betekent “in het veld voorkomend”, hetgeen zijn 1e Nederlandse naam verklaart. Het is dus een zgn. streekeigen boom.
Zijn 2e naam –spaanse aak- ontleent hij aan het feit dat het de enige esdoornsoort is die in Spanje voorkomt. Aak is afgeleid van ahorn wat weer esdoorn betekent.

Voorkomen
Meestal zien we hem als struik of lage boom in bosranden en bosschages. Omdat het een trage groeier is en hij niet heel hoog wordt komt hij in de bossen niet veel voor, wat zijn Latijnse naam al verklapt.
Als solitaire boom kan hij toch wel ruim 20 meter hoog worden. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd kan hij op een gunstige locatie meer dan 200 jaar oud worden.

Zeeuwse haag
Zo werd de veldesdoorn veel gebruikt in heggen. Dit vanwege zijn dichte en compacte groei en het feit dat hij zich gemakkelijk laat snoeien. Met name in Zeeland werd vroeger de zogenaamde “Zeeuwse haag” veel aangeplant. Deze bestond voor 60% uit meidoorn, 20% uit sleedoorn en 20% uit veldesdoorn. Deze heggen werden vooral aangeplant als veekering vanwege de doorns en de dichte groeiwijze. Kleine zoogdieren, vogels en insecten vonden hierin een goede schuilplaats. Tegenwoordig zijn deze heggen helaas bijna uit het landschap verdwenen. In Zeeland werd in 2012 nog subsidie verstrekt aan grondeigenaren die een Zeeuwse haag aanplanten.

Nuts- of geriefboom
Vroeger was de veldesdoorn een echte “nuts- of geriefboom”. Hij diende niet alleen als veekering. De bladeren werden door de boeren aan het vee gevoerd en ook voor het hakhout werd de boom veel aangeplant. Hij laat zich immers goed snoeien. Het hout is hard en werd gebruikt voor gereedschap en het vervaardigen van blaasinstrumenten.

De veldesdoorn is behalve een mooie boom dus een streekeigen soort met belangrijke eigenschappen voor zowel insecten, vogels als mensen.

Bloeiende Veldesdoorn
Bloeiende Veldesdoorn
Posted in Soorten