Bloemrijke ruigte

Goed voor insecten
Goed voor vlinders en bijen
Goed voor vogels

Een bloemrijke ruigte bestaat uit hoge bloemsoorten, waarvan de meeste tot in de late zomer bloeien. Omdat er in de zomer in veel bermen en weilanden niet veel meer bloeit, heeft een dergelijke bloemrijke ruigte veel waarde voor bijen en vlinders. Een strook van ruigtekruiden kan bijvoorbeeld worden toegepast aan de zonnige kant langs een heg of bosje, of op een open vochtig terrein langs het water.

Mogelijkheden voor aanleg

Inzaaien

termijn resultaat (jr)

1-22-55-1515+

Doorzaaien

termijn resultaat (jr)

1-22-55-1515+

Inzaaien van een bloemrijke-ruigte-mengsel gebeurt op kale grond na het frezen van de grond of wanneer een terrein door een andere reden kale grond heeft. Zaaien tussen half augustus en half oktober op vochtige grond, bij buiig weer.

Aantallen: afhankelijk van advies van de leverancier, ca. 1,5 tot 2 gram zaadmengsel per m2.

De aanwezige vegetatie wordt doorgezaaid met gewenste soorten. Zaaien op zeer kort gemaaide vegetatie, tussen half augustus en half oktober op vochtige grond met buiig weer.

Aantallen: afhankelijk van advies van de leverancier, ca. 1 gram zaadmengsel per m2.

Soorten

Soorten: boerenwormkruid, dagkoekoeksbloem, echte valeriaan, gewone berenklauw, gewone engelwortel, goudgele honingklaver, groot kaasjeskruid, grote kaardenbol, grote kattenstaart, harig wilgenroosje, koninginnekruid, look zonder look, moeraskruiskruid, moerasspirea, muskuskaasjeskruid, wilgenroosje, witte honingklaver.

 

Beheer

Overgangsbeheer

Na het zaaien op kale grond komen allerlei soorten op, waaronder pionierssoorten als perzikkruid, melde, korrelganzevoet, herderstasje en varkensgras. Het is zaak deze soorten te maaien en het maaisel af te voeren voor ze in het zaad komen. Op kleine oppervlakten kan ook worden gewied door de soorten er uit te trekken voordat ze gaan bloeien. Zodra de beoogde vegetatie is aangeslagen, komen deze soorten steeds minder terug.

Als er veel grassen aanwezig zijn, kan het nodig zijn om deze terreindelen in mei te maaien. De meeste soorten uit het mengsel zijn dan nog laag en komen wel weer terug. Door het maaien krijgt het gras juist een klap,  groeit het langzamer terug en kan het zich uitzaaien. Zodra de ingezaaide kruiden groot en sterk genoeg zijn, blijft er vanzelf weinig over van het gras.

Regulier beheer

Wanneer er weinig grassen tussen de bloemrijke ruigte staan, hoeft deze niet te worden gemaaid. Hooguit eens in de 2 jaar in het vroege voorjaar als alleen de uitgebloeide stengels nog over zijn. Voer het maaibeheer gefaseerd uit, bijvoorbeeld elk jaar de helft van het oppervlak. Voer het maaisel af.

jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec
Regulier beheer
eventueel maaien en afvoeren helft uitgebloeide planten
Overgangsbeheer
Wieden of maaien van pionierssoorten
maaien om gras terug te dringen